Van een gezamenlijke aanpak van de prediking en toerusting via Mariaweide kwam niets
terecht. Dat was een gemiste kans want voor het eerst waren prioraat en rectoraat
van de kerk gescheiden. Op een avond, in de recreatie kreeg ik van Nol Meijers te
horen: "Jij vindt het wel goed dat de kerk achteruit loopt." Dat vond ik een heel
gemene en misplaatste opmerking van een pater die ik overigens wel mocht. Ik schold
hem op een grove manier de huid vol. Hij, Wim Nielen en ik hebben er een nacht niet
van geslapen.
's-Anderendaags is dat conflict bijgelegd maar nooit uitgepraat. Praten kan en kon
nooit op de Mariaweide. De kijk op kerk en samenleving van de bewoners verschillen
te veel. Woorden hadden bij gebruik een verschillende inhoud. Van inclusief denken,
je inleven in de gedachtegang van de ander was geen sprake. Ik was even conservatief
opgevoed als mijn medebewoners. Maar zij hadden niet het andere denken en voelen
geproefd van wat ik tijdens mijn opleiding had meegekregen. Uit de opmerking van
Nol Meijers kon ik ook het heersende denken over mijn handel en wandel in Mariaweide
proeven. Op zondag 16 juni 1985 begon het provinciaal kapittel in Huissen. Ik was
als afgevaardigde gekozen van Mariaweide samen met de prior Wim Nielen die vanuit
zijn functie deelnemer was. De termijn van het prioraat van Wim liep ten einde na
het kapittel. Wij moesten op Mariaweide een nieuwe prior kiezen en ik had al gelobbyd
voor de keuze van Ben Mulder. Op het kapittel speelde hij een progressieve rol. Hij
was pastoor in Nijmegen, maar hij voelde er wel voor om naar Venlo te komen. Zo werd
vanaf 1985 Ben Mulder mijn zesde prior en hij is dat nog steeds in het begin van
1991. Het prioraat van Ben Mulder werd voor mij een grote tegenvaller. Hij beloofde
heel wat, maar als het er op aan kwam dan was hij in geen velden of wegen te bekennen.
Hij was behoudend met een progressief vernis. Tijdens zijn prioraat werd bij er door
pater Dirks op gewezen dat Mariaweide een verkiezing moest organiseren voor een vernieuwd
huisconcilie. Ik zag de bui meteen hangen en ik werd uit het huisconcilie gestemd.
Mijn plaats werd ingenomen door Roos Weenink. Die behoorde tot de uiterst behoudende
vleugel van de communiteit. Overigens is Roos een beste kerel, een ascetische puritein
in wiens ogen ik alleen maar "onzuiver" kan zijn. Ik vond dat wegstemmen van mij
heel teleurstellend. Het was ook een goede aanwijzing waar mijn plaats was op Mariaweide:
in de marge. Vanaf die verkiezing weigerde ik nog op Mariaweide mee te preken op
zondagen. De mensen die mij vroegen waarom ik niet meer preekte heb ik dat uitgelegd.
Ik wilde niet als progressief vlaggetje dienen op een dominicaans schip dat voor
reactionaire wateren had gekozen. Intussen hadden zich in Venlo op het gebied van
de parochiële zorg ingrijpende gebeurtenissen voorgedaan. In Blerick, een stadsgedeelte
van Venlo over de Maas, waren de parochies bezet door priesters van Gijsen. Toen
in Venlo deken Kluitmans stierf werden ook daar de opengevallen plaatsen ingenomen
door Gijsianen. In Blerick bleef er nog één vrije parochie over en in Venlo drie.
Vandaar dat ik bij de voorbereidingen van het kapittel van 1989 het plan naar voor
bracht om onze kerk van Mariaweide tot een soort vrijplaats te maken. Daar zou anders
gepreekt en gevierd worden dan in de omliggende parochiekerken. Bij het naar voor
brengen van dit plan maakte Nol Meijers de opmerking dat dit wel kon maar dan wel
onder leiding van het huisconcilie. Toen heb ik gezegd dat dit de dood in de pot
zou betekenen omdat het huisconcilie voor de behoudende richting koos. De kerk van
Mariaweide moest een alternatieve kerk worden. Zij moest ruimte bieden aan de vele
mensen die in Venlo geruisloos de kerk hadden verlaten. Omdat die in handen was gevallen
van bisschop Gijsen. Voor die mensen zouden wij proberen een kerk te maken waar zij
een dienst van woord, gebed en maaltijd vieren een zondags-keerpunt konden vinden.
Om samen naar de toekomst te kijken in de hoop de komende God te ontwaren. In het
licht van Jezus van Nazareth en al de profeten die hem zijn voorgegaan. Om samen
aansluiting te vinden bij de profeten van deze tijd, want de Geest waait ook in Venlo
waar hij wil. Hiermede eindig ik mijn verhaal over mijn jaren in Venlo verteld onder
de invalshoek van de opeenvolgende prioren van Mariaweide.
Terugblikkend heb ik voor mijn gelovige kijk op kerk en mensen in Mariaweide nooit
een tehuis gevonden. In dat opzicht ben ik er nooit aan gekomen. Wel is Mariaweide
een goed en onmisbaar huis geweest. Waarin en van waaruit ik kon werken en leven.
Ik heb me er altijd goed thuis gevoeld en ik kon ook met de medebroeders best opschieten.
Ook met het vrouwelijk en mannelijk personeel dat ons streven naar volmaaktheid kwam
ondersteunen. Zelfs kon ik goed opschieten met de prioren, al moet je deze opmerking
met de nodige betrekkelijkheid lezen. Maar is niet alles in dit leven betrekkelijk?
Nou dan